OPDRACHT 16

 

 

Lees eerst de opdracht goed door!!

 

Bij de beoordeling wordt er o.a. op gelet of je ALLE opdrachten in de juiste volgorde hebt gemaakt, of de alinea’s goed op elkaar aansluiten en of je taalgebruik correct is.

Laat tussen adres, datum, aanhef, elke alinea en voor de afsluiting steeds een regel open.

 

Situatie:

Je had afgesproken in de zomervakantie naar Engeland te gaan en dan ook je Engelse correspondentievriendin, Jane te bezoeken. Maar door de ziekte van je moeder gaat de reis niet door. Je schrijft Jane een brief om haar dat te vertellen.

 

1.      Je eigen adres (zonder naam)

 

2.      Datum (van vandaag)

 

3.      Aanhef

 

4.      Vraag hoe het met Jane gaat. Schrijf haar dat tot je spijt de reis naar Engeland in de zomervakantie niet doorgaat.

 

5.      Vertel waarom niet: ziekte van je moeder.

 

6.      Vertel dat je moeder een paar weken in bed moet blijven, maar dat het niet echt ernstig is.

 

7.      Schrijf dat je het heel jammer vindt dat je Jane nu niet zult zien, maar dat je hoopt dat ze je snel zal schrijven om een andere datum af te spreken voor de reis.

 

8.      Zorg voor een goede afsluitende alinea.

 

9.      Afsluiting en je naam.